
Presteren kun je leren
Op school en in de vergaderzaal: overal heerst prestatiedrang. Onder het mom van efficiëntie is er een maatschappij onder hoogspanning ontstaan, waarin optimalisatie soms belangrijker is dan gezond verstand en gezondheid.
De lichaamstemperatuur ligt bij ons mensen doorgaans rond de 37 graden. Toch presteert ons lichaam het best bij een temperatuur van 39 tot 40 graden. Dan verlopen bepaalde biologische functies, zoals onze enzymatische activiteit, namelijk veel efficiënter. Tijdens het sporten versnelt bijvoorbeeld onze stofwisseling en trekken onze spieren sneller samen. Waarom houdt ons lichaam onze temperatuur dan biologisch en van nature uit niet op 39 graden aan? Simpel: dat prestatieniveau zou niet zonder gevaar zijn. Boven de 39 of 40 graden kunnen eiwitten namelijk hun structuur verliezen, wat dan weer de cellulaire functies of onze neurologische vaardigheden verstoort. Bovendien vraagt het veel energie om die temperatuur zo hoog te houden, en dat houdt ons lichaam op lange termijn niet vol.
Natuurlijk gezond verstand 😉
Positieve aspecten ...
Uiteraard zijn er ook positieve aspecten aan die prestatiecultuur. We sommen er graag vijf op.
1/ Persoonlijke ontwikkeling en zelfverbetering
Prestatiedrang stimuleert ons om onze grenzen te verleggen en helpt ons te groeien op persoonlijk vlak. Op sportief gebied zijn inspannings- en doorzettingsvermogen bijvoorbeeld niet alleen belangrijk om goede resultaten neer te zetten, maar ook om volharding aan de dag te leggen en opofferingen te kunnen maken.
2/ Meer motivatie en betrokkenheid
Prestatiedoelen kunnen onze intrinsieke motivatie versterken en zin geven aan wat we doen. Die dynamiek is vooral nuttig als ze aansluit op onze persoonlijke ambities en geeft ons daardoor een gevoel van voldoening.
3/ Meer innovatie
In een professionele context leidt een prestatiegerichte cultuur vaak tot innovatie en continue verbetering. Ze stimuleert mensen en organisaties om te innoveren, hun processen te optimaliseren en te streven naar uitmuntendheid. Dat kan dan weer leiden tot aanzienlijke vooruitgang en producten of diensten van nóg hogere kwaliteit.
4/ Betere stressbestendigheid
Aan de hand van prestatiegerichte activiteiten leer je om te gaan met stress en uitdagingen. Zo word je vanzelf veerkrachtiger.
5/ Waardering van verdiensten en inspanningen
In een maatschappij die waarde hecht aan prestaties worden mensen vaak erkend om hun inspanningen en competenties, ongeacht hun afkomst of sociale status. Zo ontstaat een cultuur die in het teken van verdiensten staat, waarin hard werken en vastberadenheid worden beloond. Dat komt de gelijkheid en inclusiviteit ten goede. Bovendien word je op die manier een voorbeeld voor anderen.
... en negatieve gevolgen
Presteren en de hele cultus errond kunnen helaas ook nefast zijn voor werknemers. We zetten zes aandachtspunten op een rijtje.
1/ Burn-outs
Voortdurende prestatiedrang kan leiden tot fysieke en mentale uitputting, wat zich uit in chronische vermoeidheid, slaapproblemen, een gebrek aan motivatie en een lager zelfbeeld. Een burn-out dus. Uit de meest recente gegevens blijkt dat 28,3% van de Belgische werknemers hiermee te maken krijgt (cijfer: Securex 2024).
2/ Slechtere geestelijke en lichamelijke gezondheid
De constante druk om ambitieuze doelen te behalen, brengt soms ook stress, angst en depressie met zich mee. Een werkomgeving waarin een te grote nadruk op prestaties ligt, kan ook leiden tot een heuse werkverslaving. Dat is dan weer schadelijk voor de geestelijke gezondheid.
De chronische stress bij mensen die voortdurend onder druk staan, heeft soms ook een fysieke impact: hart- en vaatziekten, hoofdpijn, spier- en gewrichtsklachten en een hoger risico op chronische aandoeningen.
3/ Verstoorde relaties
Een te grote werkdruk heeft mogelijk ook een negatieve impact op je persoonlijke relaties, wat dan weer leidt tot isolement, familiale conflicten en een verstoord evenwicht tussen werk en privéleven.
4/ Een gevoel van zinloosheid en minder betrokkenheid
Als presteren een doel op zich wordt, zien mensen vaak de zin van hun werk niet meer in. Daardoor kelderen hun betrokkenheid, werktevredenheid en creativiteit.
5/ Een cultuur van angst en concurrentie
In een prestatiegerichte omgeving ontstaat soms een angstcultuur waarin fouten rampzalig zijn en de concurrentie tussen collega’s toeneemt. Het gevolg? Een toxische sfeer die de samenwerking en cohesie binnen het team in het gedrang brengt.
6/ Ongelijkheid en discriminatie
Vaak versterkt prestatiedrang ongelijkheid: alleen kwantificeerbare resultaten krijgen lof en minder zichtbare, maar even essentiële bijdragen worden genegeerd. Dat leidt mogelijk tot discriminatie, en dan vooral tegenover mensen met persoonlijke beperkingen of een andere manier van werken. Wie goed presteert, is met andere woorden vaak omringd door minder zichtbare collega’s die hem of haar helpen de klus te klaren.
Een andere insteek: robuustheid
Groeien en sterke resultaten neerzetten zonder daarbij ieders unieke eigenschappen te negeren: het kan.
Dit zijn onze tips voor bedrijven.
- Promoot welzijn op het werk: zet initiatieven op die het evenwicht tussen werk en privé bevorderen.
- Zorg ervoor dat iedereen wordt erkend: schat de inspanningen en successen van je werknemers naar waarde, óók als ze minder ‘zichtbaar’ zijn. Zo voelen ze zich vanzelf meer betrokken.
- Creëer een omgeving in het teken van samenwerking: stimuleer samenwerking in plaats van concurrentie tussen collega’s. Zoals het gezegde luidt: “Alleen ga je sneller, maar samen ga je verder.”
- Bied voldoende ondersteuning: zorg voor psychologische ondersteuning en help je werknemers om te gaan met stress.
Toch zijn er ook nog andere opties ... In tegenstelling tot ‘performance’, waarbij je streeft naar doeltreffendheid en efficiëntie in een stabiele context, betekent robuustheid dat je systeem ondanks verstoringen stabiel kan blijven. Het gaat om veelzijdigheid, redundantie en aanpassingsvermogen, waardoor zowel mensen als organisaties beter bestand zijn tegen onverwachte gebeurtenissen en onvoorziene veranderingen.
Door de nadruk te leggen op de stabiliteit en levensvatbaarheid van systemen ten tijde van schommelingen en onzekerheden, biedt die robuuste cultuur, die zeer recent werd ontwikkeld door de Franse bioloog Olivier Hamant, een alternatief voor de prestatiecultuur.
In een wereld waarin crisissen elkaar in ijltempo opvolgen (klimaat, gezondheid, geopolitieke of sociale spanningen enz.), zijn systemen die enkel focussen op prestaties bijzonder kwetsbaar. Robuustheid wijst daarentegen meer op veerkracht, waarbij er nog ruimte is om te manoeuvreren en waarbij men waarde hecht aan de diverse waaier aan mogelijke competenties en benaderingen.
Maar hoe kunnen organisaties nu robuuster worden?
- Moedig veelzijdigheid aan: leid medewerkers op in diverse competenties, zodat ze verschillende rollen op zich kunnen nemen.
- Schat samenwerking naar waarde: bevorder werken in team en kennis uitwisselen. Dat zorgt voor meer cohesie en flexibiliteit.
- Bouw redundantie in: zoek alternatieve oplossingen en stel noodplannen op om onvoorziene omstandigheden op te vangen.
- Aanvaard imperfectie: besef dat fouten bij het leerproces horen en net tot innovatie kunnen leiden.
Wat als falen ook nieuwe kansen biedt?
Weet jij wie James Dyson is? Ben je zeker van niet? Want die man kennen we nochtans allemaal. Deze Britse uitvinder en industrieel ontwerper is namelijk wereldberoemd door zijn Dyson-stofzuigers. Daarvoor moest James Dyson wel eerst 5127 prototypes ontwerpen. Vijf jaar nam het ontwikkelingsproces in beslag, van 1979 tot 1984. In 1983 kwam uiteindelijk de eerste zakloze stofzuiger met cycloontechnologie op de markt: de G-Force.
Te vaak wordt falen nog geassocieerd met schaamte of incompetentie. Nochtans is elke val een kans om sterker op te staan. Uit fouten leer je. Je zoekt je grenzen op, zodat je ze daarna kunt verleggen. Zo wordt een goed geanalyseerde mislukking een waardevolle les, een springplank naar succes. Het helpt je om nieuwe methodes te bedenken en je prioriteiten te herzien. Het scherpt je doorzettingsvermogen aan en vormt je karakter.
Wat als falen net een van de beste manieren blijkt om succesvol te zijn? 😉