Gezelschapsspelletjes op het werk
“If you want to be more strategic, start by playing games.” Gezelschapsspelletjes zijn een uitstekende manier om competenties te ontwikkelen die je meer dan eens van pas komen in het dagelijkse leven, zoals anticiperen, strategisch denken, analyseren enz. Reid Hoffman, medeoprichter van LinkedIn, vergeleek het spel Kolonisten van Catan bijvoorbeeld met “een soort MBA-cursus waarin je leert hoe je strategisch moet nadenken”. Sinds een aantal maanden moeten we onze relaties met anderen opnieuw uitvinden, op een andere manier vergaderen, angsten wegnemen en, vooral, opnieuw samenkomen rond projecten. Wat als ... we dat allemaal konden doen met een gezelschapsspel of videogame?
Trivial Pursuit, Magic, Monopoly, Scrabble, schaken of dammen, Risk, Dungeons and Dragons, 1000 Kilometer, Wargames, Cluedo, zeeslag, Kolonisten van Catan, Concept, Jarnac, Time's Up, Pandemic, Vier op een Rij, Stratego ... In onze kinder- of studententijd hebben we allemaal weleens urenlang gezelschapsspelletjes gespeeld met onze vrienden, buren of broers en zussen. Gezelschapsspelletjes zijn waarschijnlijk zo oud als de mens zelf. Zelfs in de oudheid speelde iedereen al fanatiek mee: sommige spelletjes waren eerder militair of religieus getint, andere werden puur voor het plezier gespeeld. Denk bijvoorbeeld maar aan dobbel- of bikkelspelletjes, of go, een spel dat al eeuwen meegaat.
Maar tot zover de theorie. In de praktijk zijn spelletjes een heuse bron van hilarische momenten, frustratie, soms oneerlijke confrontaties met het toeval, ontdekkingen (van zichzelf, van anderen) en kennis en vaardigheden.
Een essentiële hr-tool
“Je komt meer over een persoon te weten in een spel van één uur dan door een jaar lang gesprekken te voeren.” 2400 jaar later heeft Plato nog altijd gelijk. Eén of twee spelletjes (videogames, bordspelletjes, rollenspelen ...) zijn al genoeg om anderen te analyseren. Het grote voordeel van zo'n spel is dat je niet alleen iemands persoonlijkheid leert in te schatten, maar ook diens competenties en eigenschappen.
Op het vlak van vaardigheden helpen bepaalde spelletjes je bijvoorbeeld om meer zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen te krijgen. Dat is vooral het geval bij rollenspelen waarin iedereen specifieke eigenschappen of krachten toegewezen krijgt. Voor andere spelletjes moet je dan weer samenwerken met de andere deelnemers. Spelers moeten dus samen een doel bereiken in plaats van het tegen elkaar op te nemen. Het hele team wint. Een goed voorbeeld daarvan zijn 'escape games' zoals het bekende Unlock, een spel waarin samenwerking centraal staat.
Andere spelletjes leren je dan weer je emoties onder controle te houden, of conflicten op te lossen. Tot slot bestaan er ook spelletjes waarbij je moet improviseren of duidelijk moet communiceren. En ook snel zijn of de tijd nemen om na te denken zijn competenties die je al spelend kunt ontwikkelen.
Drie soorten spelers
Tijdens een spel leer je al snel de mensen rondom je en hun persoonlijkheden beter in te schatten. Over het algemeen is er sprake van drie soorten spelers.
- Zo is er de killer, het competitiebeest dat absoluut wil winnen. Enkel het resultaat is belangrijk. Hij wil de anderen verslaan, en wanneer hij met anderen moet samenwerken, wil hij snel het doel bereiken. Hij vindt altijd wel een reden om er een competitie van te maken. Zijn motto: het beter doen.
- Vervolgens is er de socializer. Hij is gewoon blij dat hij tijd met anderen mag doorbrengen. Het spel is louter een sociale gelegenheid. Hoeveel punten hij verdient of hoe vaak hij wint, is niet belangrijk. Hij speelt ook nooit alleen.
- Tot slot is er de explorer. Hij is in het begin wat stiller dan de anderen, omdat hij de spelregels snel onder de knie wil krijgen. Dingen leren en kennis vergaren vindt hij leuk. Na het zien van 'The Queen's Gambit' heeft de explorer vast schaaktutorials bekeken.
Al spelend analyseer je niet alleen de profielen van de deelnemers, je leert ook hun karakters te begrijpen. Wie helpt de anderen, wie moppert de hele tijd, wie is enthousiast, wie is de grapjas, wie is gul, wie blijkt een slechte verliezer, wie is extravert, wie eerder teruggetrokken of grof, wie doet vervelend, wie speelt vals ...
Welke spelletjes zijn een goed begin?
Spelspecialist en -columnist Thierry Saeys helpt ons graag op weg: “Is het de bedoeling om banden te smeden, samen herinneringen te maken, leuke momenten te beleven en te ontspannen? Kies dan naargelang van het aantal deelnemers, de beschikbare tijd en het profiel van de spelers voor party- of groepsspelletjes. Spelletjes met eenvoudige regels ook, zodat je snel vertrokken bent.
Vermijd bijvoorbeeld strategie- of kennisspellen die verdeeldheid kunnen zaaien en die contraproductief zijn wat betreft je zelfbeeld en het beeld dat je van anderen hebt. Dat is onder andere het geval bij quizzen, nochtans heel populair in bedrijven, waarbij je je al snel slecht kunt voelen ('Oh nee, ik weet echt niets.'). Kies dus liever voor spelletjes die mensen geruststellen en zin geven om mee te spelen.”
Spelen in tijden van telewerk? Dat kan!
Door de lockdown spelen we veel 'klassieke' gezelschapsspelletjes tegenwoordig online. Denk maar aan het bekende Weerwolf (hier verkrijgbaar), Pictionary (hier), Petit Bac (een categorieënspel, hier), Uno (hier) of zelfs Carcassonne, 7 Wonders, Res Arcana en nog vele andere op Board Game Arena.
Ook heel wat onlinegames (die al bestonden of die recent gelanceerd werden) zitten in de lift, zoals poker of Among Us.
Daarnaast kun je je creativiteit de vrije loop laten en je lievelingsspelletjes in een nieuw kleedje steken: zeeslag, blinde tests, Shabadabada, Rara wat ben ik? enz.
Tot slot wil Thierry Saeys ons eraan herinneren dat we niet allemaal gelijk zijn als het op spelen aankomt: “Voor de meeste mensen is spelen nog altijd iets kinderlijks. In het beste geval vinden ze het tijdverlies, want bij een gezelschapsspel denken ze enkel aan het spelletje Monopoly uit hun kindertijd. Je moet hen dus eerst en vooral op andere gedachten kunnen brengen. Dit anonieme citaat slaat in elk geval de spijker op de kop: “Wie vindt dat er een tijd is om te spelen en een tijd om te werken, zal nooit spelen.”