De vrijetijdsziekte: waarom wachten werknemers tot ze vakantie hebben om ziek te worden?
De vakantie komt eraan. Het einde van de tunnel is in zicht, dat moment dat lichaam en geest eindelijk weer op adem kunnen komen. En als het dan zover is, word je ziek. Dat vraagt om wat uitleg.
Willen voldoen aan de eisen van je manager, de onbedwingbare behoefte om alles goed te willen doen en de natuurlijke neiging om de lat altijd iets hoger te plaatsen dan nodig ... Onze hersenen en ons lichaam raken oververhit.
Het duurt wel even voor die 'oververhitting' zich laat voelen. En al die tijd besloot jij niet naar jezelf te luisteren. Denk eens terug aan dat eerste gevoel van ontevredenheid aan het begin. Dat ongemakkelijke gevoel waar je liever geen gehoor aan gaf, omdat het je zogezegd ontbrak aan ervaring of iets anders en je dus vond dat je niet genoeg recht had om hier aandacht aan te schenken.
Ook in een tweede moeilijke situatie sloot je de ogen, en daar ging je mee door tot de dag dat je zo ver af stond van je eigen gewaarwordingen dat je lichaam in jouw plaats is beginnen protesteren. Je lichaam gaat zich niet afvragen of het zich kan permitteren om te protesteren of niet. Het reageert gewoon, en vaak ook op het slechtst mogelijke moment. Na maanden hard werken staat eindelijk de eerste week van de vakantie voor de deur, maar je kunt er niet van genieten omdat je al meteen door de griep wordt geveld. Een klassieker!
Na veel gejammer, gevloek en vooral talloze herhalingen van deze situatie dringen zich toch enkele prangende vragen op.
In 2002 wijdde een Nederlandse onderzoeker een wetenschappelijke studie aan dit fenomeen. Hij ontdekte dat 3% (in die tijd) van de Nederlandse werknemers erdoor werd getroffen. Hij doopte deze samenloop van omstandigheden de 'vrijetijdsziekte' en toonde daarmee aan dat er, in dit welbepaalde geval, eigenlijk geen sprake was van een samenloop van omstandigheden. Ziek worden tijdens de vakantie is een reactie op een oorzaak. En dan lijkt er toch echt één schuldige te zijn: stress.
In werkperioden werkt het lichaam in verdedigingsmodus. De werknemer stelt zijn hersenen in op stand 'ON'. Hij is geconcentreerd, snel en gericht op rendement en efficiëntie. Telkens weer verlegt hij de grenzen van die strijd, met overwinningen die iedere keer een adrenalineopstoot opleveren. Het mechanisme werkt op volle kracht, met als brandstof die adrenaline en vooral het stresshormoon cortisol waarvan de werknemer is doordrongen. Met andere woorden: een hormonencocktail die op lange termijn het afweersysteem aantast.
De seconde dat de werknemer zichzelf toelaat die spanning los te laten, ontspannen ook alle afweersystemen. En zo dreigt hij ten prooi te vallen aan het minste virus dat om de hoek loert. Pasteur zei trouwens: “Er zijn geen microben, er zijn enkel zieken”.
Wat wij niet begrijpen, is dat in onze maatschappij - waarin de sociale status afhangt van het gebrek aan vrije tijd - die proactiviteit een prijs heeft.
Naast de tijdelijke gevolgen van die 'vrijetijdsziekte' gaat het lichaam door stress verslijten en met de jaren steeds slechter functioneren. Het gevolg? Terugkerende vermoeidheid, pijn in de onderrug, verteringsproblemen, een leverontsteking, blijvende mentale en spierspanning, hartkloppingen en een verhoogde bloeddruk, prikkelbaarheid enz. Het individu brokkelt steeds verder af.
De balans lijkt negatief, maar gelukkig zijn er oplossingen. Om te beginnen zal de werknemer zich een paar verbijsterend eenvoudige gewoonten eigen moeten maken: hij zal zorg moeten dragen voor zichzelf. De tweede betreft de manager die zijn gedemotiveerde troepen wil oppeppen maar zijn aanmoedigingen daardoor dreigt te zien verzanden in bevelen die de werknemers nog meer demotiveren en ongemak bezorgen en dus nog meer stress geven.