Intuïtieve intelligentie, het einde van het IQ-tijdperk?
Een openbaring, geniale inval of klein stemmetje ... Er bestaan veel synoniemen voor die indruk die soms, ondanks alles, onze beslissingen leidt, door ons het gevoel te geven dat we het goed hebben gedaan: het heet intuïtie.
Intuïtie komt van het Latijnse 'intuiri', dat aandachtig naar je binnenkant kijken betekent. Met andere woorden: het nemen van beslissingen beperkt zich soms tot de kennis waarover wij beschikken. Maar net als alles wat niet te meten is, twijfelen we aan de echte kracht van intuïtie. Dat gaat zelfs zo ver dat sommigen mensen zelfs niet meer kunnen luisteren naar dat kleine stemmetje diep vanbinnen. De vraag is dus: kan de rationele intelligentie worden afgewogen tegen die zogenaamde irrationele intelligentie, namelijk de intuïtie? Het antwoord is 'neen'.
Want inderdaad, intuïtie is een denkwijze die losstaat van de rede en dus niet het resultaat van een weloverwogen gedachte, noch een deductie, noch een redenering, noch een andere metafoor voor het voortbrengen van een gedachte. Intuïtie en rede komen uit twee verschillende delen van de hersenen.
De intuïtieve kennis komt uit de rechterhelft en de rationele kennis uit de linkerhelft van de hersenen.
Dat betekent dat het ene niet meer waard is of efficiënter is dan het andere. Het zijn twee verschillende vormen van intelligentie. Schopenhauer omschreef het als 'het fabrieksmerk van alle geniale werken'.
Het nadeel van dat 'geniale' vermogen is waarschijnlijk dat het wordt 'geparasiteerd' door alles wat onder denkwerk en dus het rationele valt. Toegegeven, het fenomeen is onze maatschappij ook niet vreemd. Onze cultuur laat weinig ruimte voor alles wat onverklaarbaar is, omdat we alles graag willen kunnen meten. Net als die goede oude raad die zegt dat je een beslissing neemt door 'voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen', wat in feite niets anders is dan een andere manier om niet naar jezelf te luisteren. Heel vaak overwint de rede, omdat haar rechtlijnige en vierkante karakter comfortabeler lijkt, want het laat minder plaats voor twijfel. En het is zo dat wij de foute keuzes maken.
Jung maakt terecht een onderscheid tussen twee entiteiten die in ons zitten: het ik en de ziel. Het ik zit vol overtuigingen, clichés en de vrucht van gedachten van mensen uit onze omgeving die ons kunnen beïnvloeden. In tegenstelling tot het ik, dat niet naar zichzelf luistert, weet de ziel altijd wat goed is voor de mens waarin ze huist.
In ieder geval lijken we er allemaal belang bij te hebben af te stappen van dat klassieke model dat, geleid door rede, soms bepaalde lotsbestemmingen afschut.
Voorbeelden waarin de intuïtie zegeviert, zijn er genoeg.
Denk maar aan Gordon Moore, de oprichter van Intel, die de microprocessor ontwikkelde op basis van een intuïtie die een hypothese werd ...
Of Bill Gates, die het gevoel had dat de computer persoonlijk zou worden en dus het besturingssysteem verkocht dat op iedere machine kon worden geïnstalleerd. Het bleek een schot in de roos!
En laten we zeker Mark Zuckerberg niet vergeten. De echte revolutie van zijn Facebook schuilt niet zozeer in de manier van communiceren, maar wel in de hoeveelheid informatie die hij over iedere gebruiker heeft.
And last but not least: Steve Jobs! Intuïtie fluisterde hem de krachttoeren in met een succes dat dag na dag groeit. En hoewel hij vaak werd afgeschilderd als een ziener bleef Steve Jobs een onbuigzame, perfectionistische en opvliegende man die zich verantwoordelijk voelde voor wat nu een van de grootste technologische revoluties is.
Als je naar die vele innovaties kijkt, lijkt het vanzelfsprekend dat de intuïtie geen futiliteit is en de rationele intelligentie duidelijk voorafgaat.